Dat meldt de bank woensdag in zijn Kwartaalbericht Woningmarkt. Daarin stelt woningmarktexpert Stefan Groot dat de stijging van de huizenprijzen dit jaar waarschijnlijk uitkomt op 8,8 procent. Daarna komt er dus in de komende twee jaar nog eens telkens ongeveer 5 procent bij.
De aanhoudende krapte speelt hierbij een belangrijke rol. Het aantal beschikbare koophuizen is al jaren kleiner dan de vraag. Daar komt bij dat nieuwbouw stroef gaat.
Dat bleek woensdagochtend ook al uit data van statistiekbureau CBS, dat ziet dat de doorlooptijd van nieuwbouw langer is geworden. De bouw heeft last van tekorten aan personeel en materialen. Daarnaast kunnen nieuwe huizen soms niet worden aangesloten op het stroomnet, doordat het daar overvol is.
Verder maken omwonenden regelmatig bezwaar tegen bouwplannen, waardoor de uitvoering daarvan langer op zich laat wachten. "Naar schatting heeft ongeveer een derde van het aantal geplande woningen in Nederland hiermee te maken", stelt Rabobank. Mede daardoor is het niet de verwachting dat de nieuwbouw op korte termijn vlotter gaat.
Grootste stijging in Delfzijl
Wel een voordeel voor huizenkopers is dat verhuurders de laatste tijd hun panden steeds vaker te koop aanbieden. Zij kunnen door gewijzigde regels minder verdienen aan de verhuur en besluiten hun woningen dan maar van de hand te doen. Dat heeft de prijsstijging wat beperkt.
Maar de bank verwacht dat de verkoopgolf van deze panden in de loop van 2026 afneemt. Veel verhuurders die hun panden willen verkopen, hebben dat tegen die tijd al gedaan.
De prijsstijgingen verschillen behoorlijk per regio. Zo denkt Groot dat woningen in de regio Delfzijl waarschijnlijk het meest in prijs stijgen, met een plus van 13 procent.
In het westen van het land en in Flevoland stijgen de prijzen waarschijnlijk wat minder dan in Delfzijl. Zo gaan de prijzen in Amsterdam naar verwachting met 5 procent omhoog. Dat komt mede door de eerdergenoemde verkoopgolf van huurpanden.



